Het lijkt zo simpel, pasta koken. En toch rijzen er nog veel vragen over. Moet je olie in het water doen? Wanneer voeg je zout toe? En hoeveel water is eigenlijk genoeg? Hoog tijd dus voor een mini-masterclass pasta koken – op z’n Italiaans natuurlijk. Geen gedoe, gewoon weten hoe het écht moet. Want geloof me: een goed gekookte pasta is het halve werk van een briljant bord.
#1: Gebruik royaal water
Een ruime pot water is geen overbodige luxe. Zie het als een warm bad voor je pasta – ruim, bruisend en uitnodigend. Reken op minstens 1 liter water per 100 gram pasta. Zo krijgt elk sliertje of schelpje genoeg ruimte om vrij te bewegen zonder te plakken.
#2: Roeren is liefde
Geef je pasta een liefdevolle roerbeurt zodra hij het water in gaat. Daarmee voorkom je dat de slierten elkaar aanklampen. Roer ook tijdens het koken af en toe.
#3: Geen olie in het water!
Olie in het kookwater is een hardnekkige mythe. Het doet niks voor de pasta – en zorgt er zelfs voor dat de saus later niet goed hecht. Laat dus die fles olijfolie nog even staan. Die komt straks pas aan bod, aan tafel, over de dampende borden.
#4: Zout met gevoel
Zout voeg je toe zodra het water kookt – nooit ervoor. En wees niet te zuinig: het water mag smaken als de zee. Dat is de enige manier waarop je pasta van binnenuit smaak opneemt. Reken op zo’n 10 gram zout per liter water.
#5: Proeven is weten
Vergeet die kooktijd op de verpakking. Gebruik je tanden. Proef. Voel. Perfecte pasta is ‘al dente’: stevig, met een lichte bite. Giet ‘m nét voordat hij zover is af – want hij gaart nog even na in de pan of in de saus. En die laatste minuut maakt het verschil tussen goed en geweldig.
Zelf authentieke pasta leren maken?
Wil je eindelijk leren hoe je authentieke pasta maakt van een Italiaanse Master of Pasta? Bekijk dan ons aanbod van de pasta masterclasses en kookworkshops en reserveer je plekje! Ontdek het plezier van zelf pasta maken.